Wakker worden in het donker, 2 tellen nadenken waar je bent, straks weer ontwaken met de zon (die er niet zal zijn) maar toch...het afrikaans ritme van opstaan met het licht is meegekomen, tesamen met de bagage vol weggeefspulletjes Handmade SA.
Uitpakken met échte koffie bij de hand, geen Nescafé meer voor eeuwig en altijd tot de volgende reis, afrikaans stof en geuren in de wasmand.
6000 km herinneringen.
Back to normal, de vertrouwde habitat...maar wat is dat ?
Ik herinner me een interview met fotograaf Patrick La Roque die nogal veel heeft afgereisd en hierover zegt: "Reizen opent onze ogen, alles is nieuw en daardoor zie je alles ook op een andere manier. Omdat je vertrouwd bent met een bepaalde omgeving, zie je de dingen vaak niet meer goed"
Thuiskomen is heerlijk, nu nog het nieuwe ontdekken in alledag.
Tot de volgende.
Plaatjes kijken ? Volg mijn fotostream: https://www.flickr.com/photos/91131327@N00/
Trailswalker in South Africa
maandag 6 maart 2017
dinsdag 28 februari 2017
Last exit
26 feb : van Camdeboo NP naar
Oviston, Lakeview B&B – 441 km
Ik tel 7 km
kaarsrechte baan, dan een flauwe bocht om weer 8 km rechtdoor golvend naar de
einder te rijden die weer een andere eindeloosheid openbaart. Zoveel maal
hetzelfde ritueel van kilometers die in tijd versmelten. Gelukkig zijn het
wegen zonder potholes en zonder tegenliggers, in het midden rijden helpt nog
het meest. Verlaten straten als je al
een dorp of stadje passeert, enkel in de afrikaner buitenwijken lopen mensen
heen en weer. 't is duidelijk zondag.
Enkel de
bergen wisselen van vorm, aardige afwisseling in deze monotonie. Wie dacht dat
Monument Valley een amerikaans privilege is, vergist zich: de zuidafrikaanse
Grote Karoo heeft er ook eentje – kegelvormige bergmastodonten die uit het
landschap opdoemen – enkel zonder Navajo’s in de buurt zoals in Amerika, geen
levende ziel zelfs. Enkel platgereden kadavers van vos-achtigen, stinkdieren en
wezels. Als er al eens een auto passeert, hebben ze nog wel prijs zeker.
Aangezien we
veel te vroeg ter bestemming zijn in Oviston, nemen we de tijd om een lus te
maken rond het grote meer van de Gariep Dam. Afstanden inschatten op een kaart
van Zuid Afrika is altijd kinky en voor we het beseffen, zijn we voor een goede
140 km onderweg. De Gariep Dam is dan ook het grootste water reservoir van het
land met een oppervlakte van 374 vierkante kilometer. 8 km kaarsrecht, flauwe bocht, 6 km
rechtdoor, kilometers vreten. We zitten bijna aan 5000 km op de teller,
linksrijdende zondags automobilist. En eindbestemming Johannesburg is nog 3
dagen ver.
27 feb : van Ovinston naar Golden
Gate National Park – 564 km
We kruipen
noordwaarts richting eindstation Johannesburg via de grens met Lesotho, zwart
koninkrijkje temidden Zuid Afrika. Murray, onze gastheer van gisteravond
(lookalike van Maurice Rock Werchter voor de intimi) gaf ons een scenic route
om tot Golden Gate NP te geraken, noordelijke Drakensbergen, niet zover van het
hobbit kamp waar we 2 weken geleden verbleven (Didima, Cathedral Peak)
Langs de
grenslijn veel politiecontrole, ook hier hebben ze blijkbaar last van
vluchtelingen, groepjes zwarten langs de weg met gans hebben en houden op zoek
naar een (financieel) betere toekomst. Als je weet dat (dixit Murray) de
zuidafrikaanse regering elk kind een kinderbijslag van R 300/maand (€ 20) garandeert
tot hun 18e, begin je te begrijen waarom er hier zoveel hangjongeren
zijn of waarom er duidelijk zo weinig gewerkt wordt, of zou het ook ten dele de
hoge criminaliteit verklaren in de steden, reden waarom wij ze zo veel mogelijk
hebben vermeden ? Apartheid anno 2017: de kloof blank/zwart is onoverkomelijk
diep.
Het beste
spaar je voor het laatst, mama said. Al scheelt het niet veel of mijn booking
voor de laatste 2 nachten in een rondavel in Basotho Cultural Villagae in
Golden Gate National Park lijkt op een sisser af te lopen: zoals zovele malen
voordien dat je voor een gesloten poort staat (luid toeteren of gsm nr bellen)
om iemand tevoorschijn te toveren vanachter geprikkeldrade omheiningen – maar
hier, alles potdicht, een levende ziel, tot de wanhoop nabij er ergens iemand
“hallo” roept.
Basotho
Cultural Village, een nagebouwd logieskampin de traditie van de
“kraal-nederzettingen” = omheinde familie rondavels (ronde hutten). Onze
geburen voor vanavond zijn een canadees koppel die hier hun laatste dag beleven
– net als wij- maar wel 5000 km afgefietst hebben doorheen Kenya, Uganda,
Rwanda, Tanzania, Malawi, Zambia, Zimbabwe, Botswana, Namibie, South Africa.
Check http://www.crazyguyonabike.com/doc/shifthappensafrica
Onze andere
grote gebuur voor de laatste nachten zuid afrika: een 360° felle sterrenhemel,
krekelsounds, hyena’s en silence – ik had een bandrecorder nodig-
Golden Gate
to knowledge
28 feb Last exit
Overmorgen terug naar huis, we genieten van ontwaken met antilopen en gnoes voor de deur, doen nog een 3tal hikes in de canyons en observeren de gieren die een kadaver opsmullen, een jakhals komt hen helpen @ Vultures Restaurant. Tijd om in te pakken, morgen naar Johannesburg, donderdag thuis. Meer foto's volgen op Facebook https://www.facebook.com/johan.vanmoorhem
zaterdag 25 februari 2017
Desolation Angels
24 feb : van Mount Zebra Nat.Park
naar Camdeboo Nat.Park (Graaff-Reinet) – 192 km
Op de muziek
van Melanie Di Biassio’s Blackened Cities nemen we een zijweg van de N9
richting Nieu Bethesda, een kleine koloniale nederzetting temidden het desolate
Compass gebergte. Het is niet de eerste keer dat de gepaste soundscape
accordeert met het feitelijke landschap. Misterieuze klankenvormen in een
mistieke bijna bijbelse omgeving. Alsof je op weg bent naar het einde van de
wereld. En ergens is het ook zo – je vraagt je voortdurend af wat in godsnaam
de vroege pioniers bezielden om over de ruige bergpassen van een maanlandschap
heen een dorp te stichten vér weg van enige bemoeienis.
In de 21e
eeuw is het tot een pleisterplaats geworden van artistieke zielen, beeldhouwers
en keramisten vooral, begeesterd door hun grote voorganger die het dorp beroemd
maakte: Miss Helen Martin, een excentrieke beeldhouwster wiens huis “Owl House”
een must-to-see is. Niet alleen omdat de geest van de –in 1976 gezelfmoorde-
artieste nog rondspookt, maar omdat je gegarandeerd van het lam gods geslagen
wordt bij het ronddwalen in haar beeldgeworden fantasiëen. In haar eindjaren
was ze fanatiek op zoek naar de betekenis van licht en reflexie, spelend met
glas, spiegels en kleuren om naast haar woonkamers ook haar tuin te vullen met
tientallen wonderlijke schepsels, versteende getuigen van dwalende zoekers.
Salvator Dali zou wis en zeker in haar zijn tweede Gala hebben herkend.
Onze
eindbestemming voor deze dagen is het Camdeboo National Park rond nog zo’n
historische stad Graaf Reinet, en meer bepaald de Valley of Desolation. We
kunnen niet verder wegkruipen dan hier in het landschap van de verlatenheid.
Welke
soundtrack gaan we hierbij draaien ? Vanop het verhoogde vogelobservatie
platform aan de rand van het Nqweba meer beleven we de tijd van valavond met
passerende elanden, springbokken, vogels en in de verte een voorbijtrekkend
onweer mét klank en lichtspel tot de lucht rood kleurt, vuurrood zoals het
gemoed van hartverwarmende passie. En dan besef je: het loont hier te zijn om
die zonsondergang in je geest gebrandmerkt te weten.
25 feb : Camdeboo National Park –
Valley of Desolation
7 u en geen
wolkje aan de lucht, de zon al op full speed. Na de rituele game drive waarvan
het merendeel voorbehouden is aan 4x4, weinig dieren te zien (zou het voor hen
ook weekend of te warm zijn en daardoor in de bushes te schuilen?) rijden we
richting Graaff-Reinet, clean witgekalkte koloniale huizen met veranda,
antiekshops én coffeehouses mét large expresso capuccino aan € 1,5 versgemalen
koffiebonen, een heerlijke zonde na alle Nescafé nonsens van de voorbije dagen,
weken. De blanke Afrikaner lusten er ook pap van op hun weekendochtend. De
zwarte Afrikaner zie je hier niet, té trendy, té toeristisch of té duur ? Zij
hokken massaal bij goedkope supermarktjes en liquor stores (alcohol wordt hier
apart in drankshops verkocht en NIET op zondag) of ze zitten/leunen in de
schaduw, starend naar de blankeman. Hun townships omzwermen de steden, heel
herkenbaar aan de afgemeten rechthoekige blokkendozen kriskas neergepoot langs
stoffige wegen. Naar belgische normen een medium tuinhuis groot, deurtje in het
midden en links-rechts kleine raampjes om de hitte buiten te houden. Vaak al
gecementeerdemuren, nog vaker golfplaten daken, armoe troef,
veelkindgezinswoningen. Koterijen. In België zou je van schending van de
mensenrechten aangeklaagd worden.
Terug de
natuur in, overweldigend groots ook al is het hier woestijn vergetatie, dor en
toch, door de recente regens weer die nkenfragiele bloempjespracht en
survivalflora, vlinders, hagedissen en ah eindelijk een puffed adder
opgeschrikt door onze voetstappen op de trail. Hoog boven de rotsen zweven
black eagles, termiek zoekend.
The Valley
of Desolation, het doet me denken aan de roman die Jack Kerouac schreef als
brandwacht vanuit een berghut hoog in de Northen Cascades (Noord Amerika op de
grens met Canada) “Desolation Angels” – een aanrader voor wie van de
reflexerende mens houdt. Je staat
op de top van een berg met 360° panorama in zinderende lucht met golvend
gebergte allround. Time for contemplation. Dit is zo Zen, zo Ohm Padmi Um. Op
deze plaats zou ik een paraglider willen zijn, jumpen van de grillig rotsige
zuilen, termiek zoekenden landen way out there – diep beneden op aarde.
Voorlopig
zijn we reiziger in ons klein heelal, straks weer thuis in het dal.
vrijdag 24 februari 2017
De Grote Leegte
21 feb : van Port St. John naar Alice
- 441 km
Het is
moeilijk afscheid nemen, mooie ervaringen willen worden gerekt, maar op een
gegeven moment splitsen de wegen, wij gaan zuidwaarts. Terug de bergen over met
nog steeds laagzwaar wolkendek en regenvlagen. Nog meer potholes,
verkeersremmers, dieren en mensen op de weg, wegeniswerken, omleidingen langs
verharde zandwegen waar nauwelijks plaats is voor 2 en waar de berm een steile
afzink is.
Zover
mogelijk rijden is de boodschap vandaag, niet leuk aan het eerder vertragend
tempo van alle obstakels op en langs de weg. Maar na de kust ter hoogte van
East London verbetert de weg landinwaarts richting Great Karoo. Dit is het
dorre binnenland (1/3 van zuidafrika’s oppervlakte) met kaarsrechte wegen en
vergezichten om U tegen te zeggen.
Tegen 5 pm
begint de zoektocht naar overnachting en in een gebied met zo weinig dorpen of
steden is dat één grote gok – halen we het voor de donker om 6 u ? Gelukkig wel
in een klein stadje met 2 B&B’s + 1 chicken take away. Vettige frieten en
dito chicken, ik begin te begrijpen waarom al die afrikaanse vrouwen zo’n
gigantische bips hebben. Naar ’t schijnt is het een teken van welvaart, maar
alle Kim Kardashians van de wereld zijn hier een lilliputter tegen.
22 feb: van Alice naar Mount Zebra
National Park – 191 km
Trouwens,
dat afrikaans begint te lukken als je iemand aanspreekt in het vlaams,
antwoorden ze zeker terug (maar dat verstaan is weer een ander paar mouwen).
Eén van de voertalen hier is het Xhosa met z’n typische klikklanken (check: the
clicksong van Mirian Makeba) On-mogelijk-na-te-apen.
En dan
eindelijk weer full time de natuur in, Mount Zebra National Park waar de kleine
bergzebra van uitroeiing werd gered en nu een populatie van meer dan 200 telt,
naast andere grootheden zoals neushoorn, cheetah, buffel, gemsbok, hyena…teveel
om op te noemen. Maar wat een verademing
na de toch wel stresserende immer-aanwezigheid van beglurende en bedelende zit
& hangzwarten die het vaak onbetrouwbaar maken je auto lang onbeheerd
achter te laten. Overal op je quivive te moeten zijn, er zijn leukere dingen
dan dat, bijvoorbeeld zoals vanmiddag weer volop dieren te spotten en te
relaxen in de zon die ons na 3 dagen regen weer komt vergezellen.
23 feb : Mount Zebra National Park
Tijdens onze
ochtendlijke game drive bedenk ik dat exact binnen een week we weer op
vaderlandse bodem zullen neerstrijken. Geen zonnecrème meer als dagelijks
ritueel, geen tshirt, korte broek of sandalen. Weerom leven met de klok, waar
er hier meer op het ritme van de zonne-uren wordt geleefd – tegen de middag
schuilen voor de hitte, ergens moet de siësta daarvoor zijn uitgevonden.
De Great
Karoo opent zich in zinderende horizons, men noemt het de grote droogte, maar
blijkbaar zit in de ondergrond massa’s water dat opgepompt wordt met
typische windmolens waar
straatventers miniatuurtjes in gevlochten ijzerdraad van verpatsen. Dit wordt
ons landschap van de laatste dagen, de grote prairie van zuid afrika. Maar hoe dor alles ook lijkt, tijdens
de hike vanmiddag in de rotsige heuvels ontdekken we massa’s minuskule
bloempjes tussen de rotsen, fragiele schoonheden als gevolg van de voorbije
regens.
Alles en
allen passen zich aan de omstandigheden aan waarin ze leven, plant, dier en
mens.
Ze waren ons
al eerder in Pilanesberg en Kruger Nat.Park
opgevallen: bomen vol dikke
bollen die bij nader toezien geen voederbollen maar nesten bleken van geel of
roodgepluimde vogeltjes, de weavers of wevertjes (moet de vlaamse naam eens
opzoeken). Met honderden bevolken ze een kolonie of zwermen ze uit,
schetterend, kwetterend dat het geen naam heeft. Vandaag bij de rand van een
poel nemen we ruim de tijd om ornitoloogje te spelen en hun bedrijvigheid te
observeren. Wat een architectonische bouwsels die ijverige heertjes bouwen,
ongelooflijk. Tot het mannetje bij aflevering van het gebouw een vrouwtje
uitnodigt naar zijn kasteeltje en zij bij afkeuring het hele bouwsel vernietigt
en meneer zal herbeginnen tot vrouwtje het goedkeurt voor het nageslacht. Power
to the women, ook in Afrika !
dinsdag 21 februari 2017
Slow slowly slowliest
19 feb: van Umzumbe naar Port St John
(Lodge on the Beach) – 258 km – 6u
De weg naar
het paradijs is geplaveid met potholes, verkeersdrempels, vee op de weg en nog
meer mensen die kriskras ergens naartoe of vandaan gaan. Honderden taxibusjes
daartussen die massaal honderden mensen oppikken. Zondag lijkt hier echt een
dag dat mensen terug vertrekken naar de kleine stulpjes waarin ze tijdens de
weken op de plantages wonen, of zich verplaatsen naar familie, kerk of voetbal
– altijd welldressed.
Alleen, de
naweëen van de cycloon brengt een golf van mistig grijze weemoedigheid die over
het land daalt met ingesluierde regenvlagen. Wat een verschil met de
subtropische luchtvochtigheid en zonnige hitte. En ondanks alles ondergaat de
afrikaan dit gedwee, alsof het hem niets uitmaakt. Take things as they are.
Door de
tropische storm kost het ons uiteindelijk 6 u om 250 km om tot Port St John te
geraken in de Transkei, een weggedoken dorp aan de monding van de Umzimvubu
rivier in de Indische Oceaan. Lodge on the Beach, in een uithoek op strand van
Second Beach met 3 guestrooms mét uitzicht terras op de Oceaan, Kingfisher vogels
in de bomen en een local restaurantje met heerlijke vis recht uit de oceaan,
alles erop en eraan voor nog geen € 10 Hier enkel reizigers die ervoor gekozen
hebben even ver weg alles achter te laten, wifi is not incluced, television is
the oceanview.
Maar hoelang
zal deze parel nog blijven bestaan ? Nu al zie je tekenen van verval of is het
de nonchalantie van dagjesmensen om hun afval overal achter te laten. Tot
straks hier de grote bouwpromotoren hun klauwen opzetten. “It’s now the time to
buy some piece of land here” No way, daarvoor zijn we hier niet, ik wil nog even van de rust
genieten voor de big spenders hier de boel komen verzieken, er is goud gevonden
en in no time is de boel verziekt.
20 febr : Second Beach, Port St John
– Thelma and Louise
Als de tijd
komt stil te staan, opent zich nieuwe perspektieven. Taking african time, er is
een tijd voor alles. Niets hoeft omdat het voorgeschreven staat. De tijd vult
jou in plaats van andersom.
Gepland, een
ongeplande dag rust aan de beach, al hadden we het liever zonniger gezien – de
dag vulde zich met zware wolken en mistslierten, als een black and white dag.
Eigenlijk
letterlijk: 3 blanke vrouwen en 1 man in een jeepachtig monster door de modder
en de poelen van de zware regens op zoek naar de Sulphur holes of de
landingsbaan (van de rich and famous) bovenop een rots buiten Port St John met
360° panorama. Op stap met de so-called Thelma en Louse, italiaanse zussen met
zuid afrikaanse roots. Waar wegen mekaar kruisen is het heerlijk delen met
gelijkgestemde zielen, eindigend in het caravan annex terras resto met
rivierkreeft, hier geen toeristenbussen, puur local.
Als ruisend
leven aan de ruisende oceaan.
zaterdag 18 februari 2017
Back to the Coast
17 feb: Cathedral Peak en Giant’s
Castle (Drakensbergen) naar Umzumbe (Hibiscus Coast)
422 km
Omdat de
terugweg naar de kust volgens Big Brother GPS weerom een grote boog maakt via
tolwegen naar grootstad Durban (de weg die we 2 dagen geleden al volgden)
besluiten we een binnendoor te nemen die ons naar een meer zuidelijke topic van
de Drakensbergen brengt: Giant’s Castle. Big Brother volgt ons bevel na de
traditionele jammerklachten “turn back over 100 m” en stuurt ons binnen de
kortste tijd naar een gravel road bergop die aanvankelijk nog ’n flinke
gaspedaal verdraagt, maar stilaan einde beschaving leidt – zelfs geen 1
afrikaan in mijlen ver te bespeuren. Het landschap daarentegen is fascinerend
genoeg en doet denken aan de Hoge Venen XXXL maar dan met eucalyptus wouden.
Maar de putten in de weg (potholes) zijn nu eerder “assholes” geworden en ons
Renaultje Stepways gaat inderdaad over naar stapvoets. Nog 30 km geeft Big
Brother aan op ’n pestigerig toontje om te zeggen “had je me maar gevolgd, je
was er al geweest”
Door het
slakkegangetje blijft er bij aankomst in Giant’s Castle geen tijd meer voor een
hike, ook hier weer veel trails die je naar grotten met rotsschilderingen van
de SAN Bushpeople leiden, en blijft ons bezoek beperkt tot zo’n beetje
sightseeing zoals japanners het in België doen: Brugge, Brussel en Antwerpen op
1 dag.
Wij moeten
nog naar de kust, zo’n goede 300 km ver. Ok, de N3 tolweg dan maar à 120 km/uur tot er zich een 3 baans
verkeersinfarct voordoet met een file als gevolg voor het volgend uur. Feels
like Belgium.
Onderweg
kregen we al een voorproef van wat er op zondag voor de kustregio voorspeld
is: zeer zware regen met windstoten die
niet normaal zijn, nazaten van de trpische typhoon die in noorderlijk gelegen
Mozambique gisteren 7 doden naliet. En voor zondag hebben we net een kamer
geboekt bij Port St.John, pal op het strand “Lodge on the beach” – ik duim voor
een stevige constructie.
18 feb: Rond Port Shepstone &
Port Edward
Een dagje
aan de Hibiscus Coast zoals ze hier
genoemd wordt, surfparadijs met hoge golfslagende Indische Oceaan, die de
weelderig groene kuststrook benevelt. We trekken naar Umtamvuna Nature Reserve
langs de gelijknamige rivier, een woeste canyon met hoge kliffen, jungle en een
hoogplateau waarlangs een trail is uitgezet van ca 8 km met klimmen en dalen.
Een gebied vooral gekend om zijn 34 soorten orchideëen (niet het goede seizoen)
en meer dan 700 soorten bloemen.
Nu moet je
weten dat de meeste plannetjes die je in de Nature Reserves krijgt, aan de
rudimentaire kant zijn en altijd een ruime marge laat voor eigen interpretatie.
Wat in ons geval leidt tot de halverwege vraagstelling of we wel goed bezig
zijn: op het hoogplateau is het kokend heet en zelfs in de schaduw van de
jungle hangt een klammige vochtigheidsgraad die het zweet uit al je poriën
drijft en je energie naar een loomheidsgraad brengt dat over je eigen voeten
struikelen meer gewoonte wordt dan uitzondering.
Maar de
aanhouder wint, zelfs al duurt het iets
langer dan normaal.
Origi Gorge
dan maar in de namiddag, eigenlijk gewoon een andere canyon waar je doorrijdt,
en uitzichtpunten heeft die we niet vonden. Geen tijd om langer te zoeken, de
weg terugvinden naar onze B&B kamer bij een jong frans/blankafrikaans
koppel, verscholen in de heuvels rond Pumula/Umzumbe is al een huzarenstukje op
zich (gisteren is de eigenares ons moeten komen gidsen vanaf de plaatselijke
superette – we bleven maar rondjes rijden)
Maar
thuiskomen – al kunnen we dat voor 2 nachten wel zo noemen – is altijd
heerlijk, met een verkoelende douche, een vegetarisch dinner dat voor ons
klaargemaakt wordt en de leuke babbel met Scott en Lucie die na rond de globe
touren hier hun stek hebben gevonden. Mensen die hun dromen proberen in te
vullen, je vind ze overal.
vrijdag 17 februari 2017
14 - 16 feb Drakensbergen
14 feb : van Mkuze Game Reserve naar
Isimangaliso Wetland Park – 209 km
Tussenstop
op weg naar de Drakensbergen, zuid afrika’s hoogste bergketen met pieken boven
3000 m, waar we een dagje willen gaan hiken. De dagen van verplicht in de auto
blijven omwille van de wilde dieren zijn nu even achter de rug. Al moet ik
zeggen dat we er ons als “dapperste aller Galliërs” op momenten niets van
aangetrokken hebben. Niet om de held uit te hangen, maar om simpel menselijke
behoeftes. Want wie houdt het in godsnaam vol om te wachten tot het volgend
beschut kamp dat misschien meer dan een uur rijden is (aan 40 km/uur) Enkel die
ene keer dat ik wou uitstappen om nieuwe voorraad fris water uit de aukoffer te
halen, was ik blij mijn impuls niet gevolgd te hebben wegens een groepje
leeuwen in de bosjes op nog geen 10m.
ontbijt met impala's
local computer kliniek
local kindercreche
typische woningen (rondavels)
Programma
voor een rustdag als vandaag: ontbijt met impala’s op het terras,
slakkengangetje langs de verlaten pistes in Mkuze Game Reserve, waar we één van
de bitter weinige overnachters waren, een groep van 8 giraffen observeren met dartelende kleintjes (nou toch al op
basketballers-lengte hoog) en de randen afdweilen van het grote Isimangaliso
Wetland (World Heritage Site) om vogels
te spotten, XXXLLL soort Zwin maar dan met iets gevaarlijker beesten zoals
krokodillen.
Bij de
beesten af: St.Lucia, aan de rand van de lagune, met zicht op de Indische
Oceaan, zeg maar het Knokke-Zoute van Zuid Afrika, met als enig verschil dat je
hier ’s nachts moet opletten voor loslopende nijlpaarden. Voor de rest:
toeristen aller landen verenigd langs de ene beach avenue met craft market
(allemaal dezelfde kitch wellicht made in Taiwan) en restaurants aan bijna
europese prijzen en te luide muziek. Blij morgen weer weg te zijn.
local computer kliniek
local kindercreche
typische woningen (rondavels)
St Lucia at night
15 feb: van St. Lucia naar
Drakensbergen (Didima Camp – Cathedral Peak) – 469 km
Van Indische
Oceaan niveau tot ca. 1350 m hoogte aan de voet van Cathedral Peak in de
Drakensbergen op de grens met Lesotho. De GPS kiest voor een iets langere route
maar sneller omwille van de autostrades
waar 120km kan gereden worden. Opmerkelijk: het zou Afrika niet zijn of er
grazen koeien in de berm, staan er aan elke oprit tientallen lifters, steken er
hier en daar ook voetgangers over en zijn er om de haverklap wegeniswerken waar moet vertraagd –
aangegeven door een met rode vlag wapperende Afrikaan (fulltime dagjob) Er zijn
leukere bezigheden, maar iemand moet het doen toch ?
Putjes
vullen hoort er hier gelukkig niet bij, dat is gereserveerd voor de provinciale
en gemeentelijke wegen, vaak in erbarmelijke – ronduit gevaarlijke –toestand.
Ik dacht in Cuba en Nepal het ergste van het ergste gezien te hebben, maar Zuid
Afrika mag zich met schaamte tot King of the Potholes kronen. Ze hebben er
zelfs permanente verkeersborden voor “Potholes next 40 km”. Gelukkig dat je
vaak alleen op zulke banen toert, want meermaals is het slalommen dat het geen
naam heeft (prima rally drivers training) of je rijdt gewoon op het andere
baanvak zolang er geen tegenligger opdoemt.
Gelukkig de
snelweg dus vandaag mét Péage (in totaal voor 6 péages nog geen € 7 betaald) en
vanaf Duncan (3° grootste ZA stad) haaks het binnenland in, land van Shaka Zulu
– laatste grote Zoeloe-king (ken je de film ? Schitterende soundtrack trouwens)
Het
landschap verandert nu drastisch naar wuivende heuvels die zo onafrikaans
aandoen, het lijkt zo europees als het
maar kan zijn: de Drakensbergen als horizon maakt het iets Oostenrijkse Alpen
of Spaanse Pyreneeën lookalike hebben. Tot we de snelweg afaan en via een
kaarsrechte wiegende weg pal op het World Heritage landschap afgaan,
Zwitserland op z’n best. Alleen geen chalets hier, maar rondawels, de typische
afrikaner ronde hutten met rieten dak. En dan, halverwege de namiddag eindigt
de vallei in een amphitheater van kolossale bergen: Cathedral Peak (3005 m),
Organ Pipes en menig andere grootheid op de grens met Lesotho. Dit is het land
van de SAN Bushmen die hier eeuwen resideerden en een artistieke cultuur
hadden, waarvan menig rotschildering nog als overgebleven getuige.
Didima Camp:
hallucineer ik door de hoogte, door de lange dagrit of gewoon door de meer dan
fantasierijke setting ? Ik waan me in Hobbit homeland, vooral door de vorm van
de bungalows in traditionele San stijl in de heuvels gepoot met grote ramen en
terras met zicht op het amfitheater der bergen rondom. Soundscape: één
klaverend riviertje en zachte namiddagbries. Heeft Tolkien of Peter Jackson
hier ooit vertoefd als inspiratiebron ?
Morgen maken
we een keuze uit de talrijke wandelmogelijkheden (tot meerdaagse hikes mét
overnachtingen in caves mogelijk) en gaan uitzoeken waar die gremlins en
fantasiewezens zijn die vast en zeker in deze bergen rondspoken.
16 feb: Cathedral peak – Didima Camp,
Rainbow Gorge hike
Een node dag
van rust, temeer daar Rita sedert gisteren sukkelt met hoofdpijn, hoesten,
niezen, verkoudheid – weerbots van het slikken van onze malariapillen ? Er is een tropische cycloon aan land gekomen
gisternamiddag ter hoogte van Durban, waar wij de N3 richting binnenland
insloegen. Vannacht bereiken de zware regens annex donder/bliksem onze habitat
en zal zo de tropische hitte van de afgelopen dagen eindelijk milderen.
’ s Ochtend
mist en niets dat nog op een berglandschap lijkt, gelukkig verjaagt de zon in
de vroege ochtenduren de nevels. Tijd voor een trekking richting bergen, daarom
zijn we hier tenslotte. Heerlijk de benen te kunnen strekken, de jungle in met
zijn licht/schaduwspel, koelte/hitteplekken, geuren/kleurenpantomime en
klank/stilte soundscape. Buiten de troep apen gerekend die ons luid blaffend
laten verstaan niet welkom te zijn in hun territorium. Ik wist trouwens niet
dat apen blaffen ?
Een bezoekje
aan het Rock-Art museumpje leert ons dat de SAN bushpeople zich zowel artistiek
als filosofisch verwant voelden met de eland, grootste der antilopen en zinnebeeld van energie.
Volledig in evenwicht met de natuur, tot ze verdreven/uitgeroeid werden door de
Nederlandse Boeren die hier gebied kwamen claimen.
Het
restaurant van Didima Camp (goed voor een 100-tal plaatsen) is vanavond voor
0,4 % gevuld met…nederlanders. Ik vraag me af of ze hier hun voorouders komen
vereren ?
Tenslotte,
wat me al meermaals is opgevallen in de Nationaal Park – en bij uitbreiding
alle zuidafrikaanse strukturen - is de
hoeveelheid personeel dat er overal voorhanden is, vanavond alleen al een
10-tal voor nog geen 3 tafeltjes…Ze kloppen allemaal zeer lange werkuren (7 tot
21u) en zitten, staan of liggen uuuuren te keuvelen met mekaar, niets
voorhanden dat dringend lijkt. En er is altijd eentjed die niet werkt, maar de
bevelen geeft, de chief jawel, en veelal de dikste van allemaal, of is dat
teveel statement ?
Abonneren op:
Posts (Atom)