17 feb: Cathedral Peak en Giant’s
Castle (Drakensbergen) naar Umzumbe (Hibiscus Coast)
422 km
Omdat de
terugweg naar de kust volgens Big Brother GPS weerom een grote boog maakt via
tolwegen naar grootstad Durban (de weg die we 2 dagen geleden al volgden)
besluiten we een binnendoor te nemen die ons naar een meer zuidelijke topic van
de Drakensbergen brengt: Giant’s Castle. Big Brother volgt ons bevel na de
traditionele jammerklachten “turn back over 100 m” en stuurt ons binnen de
kortste tijd naar een gravel road bergop die aanvankelijk nog ’n flinke
gaspedaal verdraagt, maar stilaan einde beschaving leidt – zelfs geen 1
afrikaan in mijlen ver te bespeuren. Het landschap daarentegen is fascinerend
genoeg en doet denken aan de Hoge Venen XXXL maar dan met eucalyptus wouden.
Maar de putten in de weg (potholes) zijn nu eerder “assholes” geworden en ons
Renaultje Stepways gaat inderdaad over naar stapvoets. Nog 30 km geeft Big
Brother aan op ’n pestigerig toontje om te zeggen “had je me maar gevolgd, je
was er al geweest”
Door het
slakkegangetje blijft er bij aankomst in Giant’s Castle geen tijd meer voor een
hike, ook hier weer veel trails die je naar grotten met rotsschilderingen van
de SAN Bushpeople leiden, en blijft ons bezoek beperkt tot zo’n beetje
sightseeing zoals japanners het in België doen: Brugge, Brussel en Antwerpen op
1 dag.
Wij moeten
nog naar de kust, zo’n goede 300 km ver. Ok, de N3 tolweg dan maar à 120 km/uur tot er zich een 3 baans
verkeersinfarct voordoet met een file als gevolg voor het volgend uur. Feels
like Belgium.
Onderweg
kregen we al een voorproef van wat er op zondag voor de kustregio voorspeld
is: zeer zware regen met windstoten die
niet normaal zijn, nazaten van de trpische typhoon die in noorderlijk gelegen
Mozambique gisteren 7 doden naliet. En voor zondag hebben we net een kamer
geboekt bij Port St.John, pal op het strand “Lodge on the beach” – ik duim voor
een stevige constructie.
18 feb: Rond Port Shepstone &
Port Edward
Een dagje
aan de Hibiscus Coast zoals ze hier
genoemd wordt, surfparadijs met hoge golfslagende Indische Oceaan, die de
weelderig groene kuststrook benevelt. We trekken naar Umtamvuna Nature Reserve
langs de gelijknamige rivier, een woeste canyon met hoge kliffen, jungle en een
hoogplateau waarlangs een trail is uitgezet van ca 8 km met klimmen en dalen.
Een gebied vooral gekend om zijn 34 soorten orchideëen (niet het goede seizoen)
en meer dan 700 soorten bloemen.
Nu moet je
weten dat de meeste plannetjes die je in de Nature Reserves krijgt, aan de
rudimentaire kant zijn en altijd een ruime marge laat voor eigen interpretatie.
Wat in ons geval leidt tot de halverwege vraagstelling of we wel goed bezig
zijn: op het hoogplateau is het kokend heet en zelfs in de schaduw van de
jungle hangt een klammige vochtigheidsgraad die het zweet uit al je poriën
drijft en je energie naar een loomheidsgraad brengt dat over je eigen voeten
struikelen meer gewoonte wordt dan uitzondering.
Maar de
aanhouder wint, zelfs al duurt het iets
langer dan normaal.
Origi Gorge
dan maar in de namiddag, eigenlijk gewoon een andere canyon waar je doorrijdt,
en uitzichtpunten heeft die we niet vonden. Geen tijd om langer te zoeken, de
weg terugvinden naar onze B&B kamer bij een jong frans/blankafrikaans
koppel, verscholen in de heuvels rond Pumula/Umzumbe is al een huzarenstukje op
zich (gisteren is de eigenares ons moeten komen gidsen vanaf de plaatselijke
superette – we bleven maar rondjes rijden)
Maar
thuiskomen – al kunnen we dat voor 2 nachten wel zo noemen – is altijd
heerlijk, met een verkoelende douche, een vegetarisch dinner dat voor ons
klaargemaakt wordt en de leuke babbel met Scott en Lucie die na rond de globe
touren hier hun stek hebben gevonden. Mensen die hun dromen proberen in te
vullen, je vind ze overal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten